Mag het een botoxje meer zijn?

Op het album The Voice van Bob­by McFer­rin uit 1984 staat een fan­tastisch num­mer waarin hij de mensen aanspreekt die op straat lopen met een koptele­foon op hun hoofd. McFer­rin her­haalt in dit lied voort­durend een klank die je, als je het voor de eerste keer hoort, niet herkent. Het klinkt zoi­ets als “ama-o-woh-meh”.

Het lied zegt tegen de koptele­foneerders: haal dat ding eens van je hoofd en ga gewoon zin­gen, dat is veel leuk­er. Je kunt zelf muziek mak­en. En dan ver­s­ta je in een keer wat hij al die tijd al heeft her­haald: I’m my own walk­man. Hou die even vast; je komt hem zo weer tegen.

Verder lezen Mag het een botox­je meer zijn?

Wie kiest de orkaannamen?

We hebben nog maar net orkaan Har­vey gehad, die in Texas veel schade heeft veroorza­akt. En nu staat Irma alweer te trap­pe­len om zich te lat­en gelden in het Caribisch gebied. De begin­let­ters van die orkaan­na­men, H en I, zijn in het alfa­bet opeen­vol­gend – en dat is niet toevallig.

Verder lezen Wie kiest de orkaannamen?

Kroonprins Karel

Eerst even de korte samen­vat­ting. De Engelse kon­ing Charles I leefde van 1600–1649. Hij ver­loor tij­dens de Engelse Burg­eroor­log de macht aan Oliv­er Cromwell cum suis, de monar­chie werd afgeschaft en Charles werd voor hoogver­raad onthoofd. Elf jaar lat­er her­nam zijn zoon de macht toen de monar­chie weer her­steld werd; deze opvol­ger (1630−1685) regeerde als Charles II. De oud­ste zoon (geb. 1948) van de huidi­ge Britse monarch heet ook Charles. Als deze kroon­prins, de Prince of Wales, te zijn­er tijd inder­daad de troon besti­jgt en zijn eigen naam aan­houdt, wordt hij dus kon­ing “Charles III”.

image
3x Charles, in chro­nol­o­gis­che volgorde

Oké, let op. Afgelopen don­derdag kwam ik al bladerend door de NRC twee van deze Engelse Charlesen tegen. De ene werd net­jes Charles genoemd, maar de andere werd Karel genoemd. Waarom?

Verder lezen Kroon­prins Karel

Marmerroof

De Taalei­doscoop heeft al eens eerder gekeken naar het woord bar­baar en zijn oor­sprong uit het antieke Grieken­land. Tij­dens mijn bezoek aan Rome werd ik herin­nerd aan dit woord door een anek­dote over een vooraanstaande Ital­i­aanse adel­lijke familie.

Deze club ver­gaarde zijn rijk­dom in eerste instantie in de han­del en ver­tak­te zijn invloed lat­er naar aller­lei gebieden, zoals de poli­tiek, de kerk en het leg­er. Als een van je tel­gen het zelfs tot paus schopt, dan kan je natu­urlijk ook aller­lei dinget­jes gedaan kri­j­gen. Dit ges­lacht van edel­lieden droeg de naam Bar­beri­ni.

Het wapen van de familie Barberini
Het wapen van de fam­i­lie Barberini

Die naam dank­ten ze in eerste instantie aan de stad waar de fam­i­lie van­daan kwam, Bar­beri­no Val d’Elsa in Toscane. Die stad dankt op zijn beurt (het tweede deel van) zijn naam weer aan de vallei van de stroom de Elsa en, waarschi­jn­lijk, aan de per­soon­snaam Barbarus.

De Barberini’s vier­den hun hoogti­jda­gen in het Rome van de zeven­tiende eeuw. Als je in die tijd – de Renais­sance – als adel­lijk ges­lacht wilde lat­en zien hoe machtig je was, was een van je opties om fraaie paleizen en kerken te bouwen. Ver­schil­lende fam­i­lies speelden dit spel mee. Er was alleen één prob­leem­p­je: hoe kom je aan genoeg marmer?

Nu moet ik even een zijstap­je mak­en. Hét ken­merk van de Renais­sance is een hernieuwde waarder­ing voor de klassieke oud­heid, nadat die pak­weg duizend jaar in de koelka­st had ges­taan. Maar die waarder­ing was voor­namelijk filosofisch en kun­stzin­nig van aard. Het behoud van de his­torische mon­u­menten uit diezelfde klassieke oud­heid stond niet bepaald hoog op het pri­or­iteit­en­li­jst­je van de gemid­delde zeventiende-eeuwer.

Verder lezen Marmer­roof